Het echte verhaal achter een van 's werelds beste kleine musea
Henry Clay Frick was de meest gehate man in Amerika. Hij werd geboren in West-Pennsylvania voor een doopsgezinde familie en vormde Frick & Company, die ijzeren cokes produceerde, toen hij nog maar 20 was. Tijdens de financiële paniek in 1873 kocht Frick zijn concurrenten en bond hij zichzelf samen met Carnegie Steel. Op 30-jarige leeftijd was hij miljonair.
Frick was briljant en scherpzinnig gericht op de bottom line. Niet lang na de verschrikkingen van de Johnstown Flood, was zijn vreselijke reputatie gestold in een van de lelijkste hoofdstukken in de geschiedenis van de Amerikaanse arbeid.
In 1892, nadat een staking werd gehouden in de Homestead Plant van Andrew Carnegie, bracht Frick Pinkerton Detectives in, een particuliere beveiligingsfirma die handelde als huursoldaten. Er brak een gemene strijd uit met de stakende arbeiders. Na 12 uren van intense gevechten waren drie Pinkertons en zeven spitsen dood.
Hoewel Carnegie en Frick samenwerkten aan alle beslissingen via de telegraaf, werd Frick in de pers bekend als "de meest gehate man in Amerika". Op 23 juli 1892 probeerde een anarchist zich voor te doen als een tewerkstellingsagent voor de strikebrekers om Frick met een vuurwapen te vermoorden. De kogel trof Frick in de schouder en een hulpsheriff arresteerde de schutter die was veroordeeld tot 22 jaar gevangenisstraf.
Frick was binnen een week weer aan het werk en breidde zijn coke en staalimperium nog een decennium uit. Hij vocht met Carnegie die uiteindelijk zijn aandelen verkocht in een bedrijf dat Frick zou beheren nadat het door JP Morgan was gekocht.
Dat bedrijf werd US Steel.
In 1905 ging hij met pensioen in New York, waar hij zich de laatste jaren van zijn leven concentreerde op zijn kunstverzameling. Omdat hij wist dat de collectie uiteindelijk deel zou gaan uitmaken van een openbaar museum, had Frick een sterke wens om zijn imago bij het publiek te verbeteren en een meer deugdzaam en verfijnd erfgoed te vestigen.
Voor het eerste decennium woonde Frick in het weelderige Vanderbilt-herenhuis. Voordat zijn eigen herenhuis kon worden gebouwd op 'Millionaire's Row', had hij het geliefde bibliotheekgebouw van Lenox vernietigd. Later besteedde hij $ 5 miljoen aan het landhuis met de bedoeling dat het een kunstmuseum voor het publiek zou worden nadat hij en zijn vrouw allebei waren overleden. De legende gaat dat hij zijn architect heeft verteld dat het huis van Andrew Carnegie op 91st Street en Fifth Avenue er in vergelijking als een "mijnwerkershut" uitziet.
Na de dood van Frick in 1919 hoorde het publiek dat het huis een openbaar museum zou worden. Adelaide, zijn vrouw, stierf in 1931. Tegen het volgende jaar begon het werk het herenhuis om te vormen tot een museum. De overdekte portiek van het museum, die vandaag dienst doet als het middelpunt van het museum, was de grootste toevoeging. Vroeger was het gebied een overdekte oprijlaan geweest.
Toen het museum in 1935 werd geopend, stonden de pers en het publiek versteld van de buitengewone schatten die te zien waren. Mensen vergaten snel de snode carrière van Frick en zijn buitengewone kunstcollectie werd zijn nalatenschap.
Tegenwoordig wordt de Frick-collectie beschouwd als een van de beste kunstcollecties ter wereld. Frick was een belangrijke figuur in de "race voor de grote meesters" en verwierf belangrijke schilderijen van Rembrandt, Vermeer, El Greco, Bellini en Turner.
Hoewel het museum geen huis is dat in de tijd is bevroren, is het gemakkelijk om je voor te stellen dat Frick in het landhuis woont op het hoogtepunt van het vergulde tijdperk.
Hier zijn 10 must-see kunstwerken in de Frick Collection.
De Frick-collectie
1 E 70th St, New York, NY 10021
(212) 288-0700
Dinsdag tot en met zaterdag: 10:00 uur tot 18:00 uur
Zondag: 11:00 tot 17:00 uur
Toelating
Volwassenen $ 20
Senioren $ 15
Studenten $ 10
Kinderen jonger dan 10 jaar worden niet toegelaten
Gesloten
Maandagen en feestdagen